ECLI:NL:CBB:2005:AT5957
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering energie-investeringsaftrek voor elektriciteitsaansluiting windturbine
In deze zaak hebben appellanten, A, B en C, beroep ingesteld tegen de Minister van Economische Zaken vanwege de weigering van een energie-investeringsaftrek (EIA) voor hun investering in de elektriciteitsaansluiting van een windturbine. De appellanten, vennoten van de V.o.f. E, hebben op 7 mei 2004 beroep aangetekend tegen de besluiten van 5 april 2004, waarin hun bezwaren tegen eerdere besluiten van de minister werden afgewezen. De minister had geoordeeld dat de melding van de investering te laat was gedaan, aangezien de verplichting voor de elektriciteitsaansluiting op 1 oktober 2002 was aangegaan, maar de aanvraag voor de EIA pas op 9 oktober 2003 was ingediend. De appellanten stelden dat de elektriciteitsaansluiting en de windturbine als één investering moesten worden beschouwd en dat de melding tijdig was gedaan.
Tijdens de zitting op 24 maart 2005 werd de getuige G, werkzaam bij NUON, gehoord. Hij verklaarde dat de appellanten een intentieverklaring hadden getekend, maar dat deze niet vrijblijvend was. De appellanten hebben betoogd dat de druk van NUON hen heeft gedwongen om de opdracht te geven voor de elektriciteitsaansluiting, maar dit werd niet onderbouwd. Het College oordeelde dat de appellanten de investeringsverplichting tijdig waren aangegaan, maar dat de melding niet binnen de vereiste termijn was gedaan. Het College concludeerde dat de minister terecht de EIA had geweigerd, omdat de wettelijke termijn van drie maanden niet was nageleefd.
De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd genomen op 7 april 2005 door mr. M.A. Fierstra, met mr. A. Graefe als griffier. De zaak betreft de toepassing van de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001, waarbij de voorwaarden voor het verkrijgen van de EIA aan de orde kwamen.