ECLI:NL:CBB:2005:AT3138
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- J.L.W. Aerts
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Regeling subsidie opkoop in beschermings- en toezichtsgebieden MKZ
In deze zaak, die werd behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, ging het om een geschil tussen Veehouderij A en Zoon v.o.f. en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de hoogte van een subsidievergoeding in het kader van de Regeling subsidie opkoop in beschermings- en toezichtsgebieden MKZ. Appellante had in 2001 285 vleesvarkens laten opkopen en ontving aanvankelijk een vergoeding van € 4.7750,04. Later werd haar echter medegedeeld dat deze vergoeding te hoog was en dat zij een bedrag van € 11.292,84 moest terugbetalen. Appellante ging in bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard. Hierop volgde een beroep bij het College, dat in een eerdere uitspraak van 9 januari 2004 het bezwaar gegrond verklaarde en verweerder opdroeg om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante.
In de nieuwe beslissing van 19 februari 2004 werd de vergoeding opnieuw vastgesteld, maar met een vermindering van 6% vanwege het niet deelnemen aan de landbouwregeling. Appellante ging opnieuw in beroep, waarbij zij aanvoerde dat verweerder niet alle relevante stukken had ingediend en dat er een beslissing van de Europese Commissie was die een hogere vergoeding rechtvaardigde. Het College oordeelde echter dat er geen bewijs was voor de stelling van appellante en dat de eerdere uitspraak van het College bindend was. Het College concludeerde dat de rechtszekerheid zich verzet tegen een heroverweging van de eerder gegeven uitspraak.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, waarbij het ook opmerkte dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om goed onderbouwde argumenten aan te voeren en de gevolgen van eerdere uitspraken in acht te nemen.