ECLI:NL:CBB:2005:AT2709
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit over registratie tijdelijke overdracht fabrieksquotum in de melksector
In deze zaak heeft appellante A-B, enig erfgenaam van C, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, dat op 16 maart 2004 was genomen. Dit besluit verklaarde het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 11 februari 2004 ongegrond, waarbij verzoeken om registratie van tijdelijke overdracht van fabrieksquotum werden afgewezen. De procedure begon met een brief van appellante op 26 april 2004, waarin zij haar beroep indiende. De zitting vond plaats op 28 januari 2005, waar de gemachtigde van appellante niet aanwezig was, maar verweerder zijn standpunt toelichtte.
De kern van het geschil draait om de Regeling superheffing 1993 en de mogelijkheid voor appellante om haar inactief geworden fabrieksquotum te activeren. Het College stelde vast dat appellante niet vóór 1 januari 2004 de melkproductie had hervat, wat een voorwaarde was voor het activeren van het quotum. Appellante voerde aan dat verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door haar niet te informeren over de mogelijkheid tot reactivering van het quotum, zoals andere melkveehouders dat wel was meegedeeld.
Het College oordeelde dat het besluit van 22 mei 2003, waarin het quotum van appellante verviel, onherroepelijk was geworden. Aangezien appellante niet tijdig had gereageerd op de mogelijkheid om haar quotum te activeren, kon verweerder de verzoeken tot registratie van tijdelijke overdracht niet honoreren. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.