ECLI:NL:CBB:2005:AT2665
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Registratieplicht voor ondernemingen in de afbouwsector en de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud
In deze zaak heeft Interplafo B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, waarbij het bezwaar van appellante tegen haar ambtshalve registratie werd afgewezen. De procedure begon met een verzoek van verweerder aan appellante om een vragenlijst in te vullen, waarop appellante niet reageerde. Vervolgens werd appellante geregistreerd op basis van haar activiteiten, die volgens verweerder onder de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap vallen. De kern van het geschil was of de werkzaamheden van appellante, die luxe scheidingswanden en systeemplafonds levert en monteert, onder de definitie van het stukadoors-, afbouw-, terazzo- of vloerenbedrijf vallen zoals beschreven in het Instellingsbesluit.
Tijdens de zitting heeft appellante betoogd dat haar werkzaamheden niet onder de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap vallen, omdat zij zich niet bezighoudt met nieuwbouw, maar met het fabriceren van luxe producten. Het College heeft echter geoordeeld dat de werkzaamheden van appellante, waaronder het aanbrengen van wandsystemen, wel degelijk onder de werkingssfeer vallen. De registratie van appellante werd gerechtvaardigd door de bepalingen in het Instellingsbesluit en de Verordening Registratie.
Het College heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij het heeft vastgesteld dat appellante niet heeft aangetoond dat haar onderneming geen werkzaamheden verricht die onder het hoofdbedrijfschap vallen. De uitspraak benadrukt de reikwijdte van de registratieplicht voor ondernemingen in de afbouwsector en de noodzaak om te voldoen aan de regelgeving van het hoofdbedrijfschap. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.