ECLI:NL:CBB:2005:AT2584
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering van premies op grond van de Regeling dierlijke EG-premies na geconstateerde afwijkingen in het bedrijfsregister
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin haar bezwaren tegen de afwijzing van haar aanvragen voor premies op grond van de Regeling dierlijke EG-premies ongegrond zijn verklaard. De procedure begon met een beroep dat op 25 mei 2004 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven werd ingediend, na een besluit van 15 april 2004 waarin de aanvragen van appellante voor het jaar 2002 werden afgewezen. De Minister had geconstateerd dat bij een controle door de Algemene Inspectiedienst (AID) op 7 februari 2003 acht van de dertien aangevraagde runderen niet in het bedrijfsregister waren vermeld, wat leidde tot een korting van 37,20% op de toegekende premies.
Tijdens de zitting op 4 februari 2005 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de gegevens van de ontbrekende runderen wel in haar bedrijfsadministratie waren terug te vinden, maar niet in het bedrijfsregister. De Minister heeft echter gesteld dat de identificatie- en registratieverplichtingen niet waren nageleefd, wat leidde tot de weigering van de premies. Appellante voerde aan dat haar situatie als overmacht moest worden beschouwd, omdat zij door een verbouwing en andere drukke werkzaamheden oververmoeid was geraakt en daardoor het register niet volledig had bijgehouden.
Het College heeft geoordeeld dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet als overmacht konden worden aangemerkt, omdat zij deze niet tijdig had gemeld bij de Minister. Bovendien was het College van mening dat de sanctie die aan appellante was opgelegd, niet in strijd was met het proportionaliteitsbeginsel. De weigering van de premies werd gerechtvaardigd door de geconstateerde afwijkingen in het bedrijfsregister, en het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 18 maart 2005.