ECLI:NL:CBB:2005:AT1733
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunning beroepsgoederenvervoer wegens niet voldoen aan kredietwaardigheidseisen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 maart 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, werkzaam in het beroepsgoederenvervoer, en de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie. De zaak betreft de intrekking van de vergunningen voor beroepsgoederenvervoer van appellant, die door de verweerster was ingetrokken op basis van het niet voldoen aan de kredietwaardigheidseisen zoals gesteld in de Wet goederenvervoer over de weg. De verweerster had op 28 oktober 2002 besloten de vergunningen in te trekken, omdat appellant niet had aangetoond dat hij vóór 1 oktober 2002 voldeed aan de eis van kredietwaardigheid. Dit besluit werd op 18 september 2003 door de verweerster bevestigd, waarna appellant in beroep ging bij het College.
Tijdens de zitting op 16 december 2004 was appellant niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Het College heeft de argumenten van beide partijen overwogen. De wetgeving vereist dat een ondernemer een minimumkapitaal van € 18.000 moet hebben om in aanmerking te komen voor een vergunning voor binnenlands beroepsvervoer. Appellant had slechts een uittreksel van zijn financiële administratie over het jaar 2000 overgelegd, zonder accountantscontrole, en de financiële gegevens over 2001 waren ook niet voorzien van een accountantsverklaring. Het College concludeerde dat appellant niet had aangetoond te voldoen aan de kredietwaardigheidseisen, en dat de motivering van de verweerster om de vergunningen in te trekken terecht was.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellant ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor ondernemers in het goederenvervoer om te voldoen aan strikte kredietwaardigheidseisen om hun vergunningen te behouden.