ECLI:NL:CBB:2005:AS5224
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake superheffing in de melksector
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, verweerder, dat op 18 juni 2003 is genomen. Dit besluit verklaarde de bezwaren van appellante tegen de registratie van door haar in de heffingsperiode 2001/2002 rechtstreeks voor consumptie geleverde hoeveelheden melk en de daarop gebaseerde nota ongegrond. Appellante heeft in haar beroep aangevoerd dat de aangekochte melk volledig in mindering moet worden gebracht op de berekende hoeveelheid melkequivalent. De procedure begon met een brief van appellante op 18 juli 2003, waarna verschillende correspondenties volgden, inclusief een hoorzitting op 15 december 2004.
De kern van het geschil draait om de vraag of verweerder op goede gronden de evenredigheidsmethode heeft toegepast bij de vaststelling van de superheffing. Appellante betoogde dat de administratieverplichting volgens Verordening 536/93 niet vereist dat de herkomst van de verkochte melk- en zuivelproducten wordt geregistreerd. Het College heeft vastgesteld dat de gegevens over de herkomst van de melk van wezenlijk belang zijn voor de bepaling van de superheffing. Verweerder heeft erkend dat de administratie van appellante op zichzelf de herkomst van de producten kan aantonen, maar hield vast aan de evenredigheidsmethode.
Het College heeft geoordeeld dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat verweerder niet had aangetoond dat de aangifte van appellante anders zou zijn opgesteld indien de superheffing niet van toepassing was. Het beroep van appellante is gegrond verklaard, het bestreden besluit is vernietigd en verweerder moet opnieuw op de bezwaren van appellante beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante.