ECLI:NL:CBB:2005:AS4452
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- I.K. Rapmund
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Economische Zaken inzake energie-investeringsaftrek
In deze zaak heeft Neon Weka B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, dat betrekking heeft op de energie-investeringsaftrek (EIA) voor investeringen in een verlichtingsbesparingssysteem. De procedure begon op 5 januari 2004, toen appellante een beroepschrift indiende tegen een besluit van 21 november 2003, waarin de minister een energieverklaring had afgegeven voor een bedrag van € 1.833,-, zonder rekening te houden met de investeringen in armaturen. Appellante stelde dat de minister ten onrechte de energieverklaring niet had afgegeven voor alle investeringen, omdat de besparing minder dan de vereiste 0,4 Nm3 aardgasequivalent per jaar per geïnvesteerde euro zou zijn.
De zaak werd behandeld op 21 oktober 2004, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. De kern van het geschil was of de minister terecht had beslist dat de investeringen in de armaturen niet voldeden aan de minimum besparingsnorm. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister zich terecht had gebaseerd op een aantal van 2100 branduren per jaar, zoals door appellante zelf was opgegeven. Het College concludeerde dat de armaturen niet voldeden aan de energiebesparingseis, en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ondernemers om bij aanvragen voor energie-investeringsaftrek nauwkeurig te zijn in hun berekeningen en de onderbouwing van hun claims. Het College bevestigde dat de minister op goede gronden had beslist dat niet was voldaan aan de vereiste besparingsnorm, en dat de door appellante gevraagde verklaring voor de armaturen terecht was geweigerd. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A. van der Ham, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Rapmund, en werd openbaar uitgesproken op 13 januari 2005.