ECLI:NL:CBB:2004:AR5590
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. Fierstra
- H.C. Cusell
- H. Bekker
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij en varkensrechten
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 2 november 2004, staat de toepassing van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij (Bhv) centraal. Appellante, A, heeft een verzoek ingediend om in aanmerking te komen voor toepassing van paragraaf 6c van het Bhv, maar dit verzoek werd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgewezen. De Minister verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, waarna appellante beroep instelde bij het College.
De zaak betreft de vraag of appellante recht heeft op varkensrechten op basis van de wetgeving die van toepassing is op de herstructurering van de varkenshouderij. Het College heeft de relevante artikelen van de Wet herstructurering varkenshouderij (Whv) en het Bhv in zijn beoordeling betrokken. Het College concludeert dat de Minister terecht heeft geoordeeld dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van paragraaf 6c Bhv, omdat de vervreemder van het bedrijf van appellante een opgave heeft gedaan van het gemiddeld gehouden aantal varkens.
Het College oordeelt verder dat de geldigheid van de vrijstellingsverklaring 1996 niet is komen te vervallen door het indienen van een aangifte van overschotheffing. De Minister was niet op de hoogte van deze aangifte en kon hier derhalve geen rekening mee houden. Het College concludeert dat de Minister de wettelijke bepalingen correct heeft toegepast en dat er geen ruimte is voor het toekennen van varkensrechten buiten de geregelde gevallen in het Bhv. Het beroep van appellante wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.