ECLI:NL:CBB:2004:AR4453
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- M.A. Fierstra
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag voor duurzame energieproject
In deze zaak heeft appellante, een onderneming die zich richt op duurzame energie, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken. Dit besluit, genomen op 19 augustus 2003, wees de aanvraag van appellante voor subsidie voor het project "C" af. De aanvraag was ingediend op basis van het Besluit subsidies energieprogramma's en de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling BSE-2002. Appellante had verzocht om subsidie in het kader van het BSE-programma duurzame energie, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat de minister van mening was dat de aanvraag niet voldeed aan de gestelde voorwaarden.
De procedure begon met een bezwaar van appellante tegen de afwijzing, waarna een hoorzitting volgde. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de kosten van het project € 6.314.994,-- bedroegen. De minister had eerder een subsidie van € 349.773,-- verleend voor een ander project, wat complicaties met zich meebracht voor de nieuwe subsidieaanvraag. De minister stelde dat de totale subsidie niet meer dan € 900.000,-- mocht bedragen, wat leidde tot een verlaagd subsidiebedrag voor het project "C".
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister ten onrechte een cumulatieplafond van € 900.000,-- had gehanteerd. Het College stelde vast dat de hoogte van de subsidie voor het project maximaal 25 procent van de projectkosten moest zijn, wat resulteerde in een hoger bedrag dan het door de minister voorgestelde maximum. Het College verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, met de opdracht aan de minister om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van appellante.