ECLI:NL:CBB:2004:AR2140
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen ongegrondverklaring subsidieaanvraag Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak hebben appellanten, A en mevrouw A-B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin hun bezwaar tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag in het kader van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen ongegrond werd verklaard. De aanvraag was ingediend op 14 november 2003, tegen een besluit van 7 oktober 2003, dat voortvloeide uit een eerder besluit van 7 december 2002, waarin appellanten geen subsidie werd toegekend voor hun opgegeven voederareaal. De appellanten stelden dat zij een vergissing hadden gemaakt bij het invullen van hun aanvraag, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die wijziging van de aanvraag mogelijk maakte. Het College benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de producent is om zijn aanvraag correct in te vullen en dat de aanvraag geen ongerijmdheden vertoonde. De appellanten voerden aan dat verweerder ten onrechte aannam dat er bij een kennelijke fout een tegenstrijdigheid in de aanvraag moest zijn, maar het College oordeelde dat de aanvraag niet onlogisch was en dat de beslissing van verweerder om de aanvraag niet te wijzigen terecht was. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de zijde van appellanten toegewezen.