ECLI:NL:CBB:2004:AR1501
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. Fierstra
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit NOvAA inzake permanente educatie voor accountants
In deze zaak heeft appellant, een Accountant-Administratieconsulent, beroep ingesteld tegen een besluit van het Bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) dat zijn verzoek om vrijstelling van de verplichting tot permanente educatie heeft afgewezen. Het beroep is ingediend op 1 maart 2004, tegen een besluit dat op 23 januari 2004 door de NOvAA is genomen. De NOvAA verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond, waarbij werd gesteld dat het volgen van permanente educatie essentieel is voor het behoud van deskundigheid in het accountantsberoep.
De appellant voerde aan dat zijn gezondheidstoestand, als gevolg van een kankergezwel en de daaropvolgende chemotherapie, hem belemmerde in het volgen van de vereiste educatie. Hij stelde dat hij door zijn ziekte niet in staat was om de educatie te volgen, die vaak in de middag plaatsvond, en dat hij door concentratiestoornissen niet altijd in staat was om zich aan te melden voor deze sessies. Daarnaast betoogde hij dat zijn lange praktijkervaring en het onderhouden van vakliteratuur voldoende waren om zijn deskundigheid op peil te houden.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde echter dat de NOvAA terecht had gesteld dat de gezondheidstoestand van appellant geen bijzondere omstandigheid vormde die vrijstelling van de educatieverplichting rechtvaardigde. Het College benadrukte het belang van permanente educatie voor alle accountants, ongeacht hun persoonlijke omstandigheden, en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van de NOvAA werd bevestigd, waarbij het College geen termen aanwezig achtte voor een proceskostenveroordeling.