ECLI:NL:CBB:2004:AQ9856
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van uitvoerrestituties voor landbouwproducten en bewijsdocumenten
In deze zaak heeft appellante, Picavet Import-Export VOF, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, dat op 17 april 2003 was genomen. Dit besluit betrof de terugvordering van uitvoerrestituties voor landbouwproducten, die eerder aan appellante waren uitbetaald. De terugvordering was gebaseerd op het niet tijdig indienen van de benodigde bewijsdocumenten, zoals vereist door de Verordening (EEG) nr. 3665/87. Appellante had op 5 oktober 1998 dieren ten uitvoer aangegeven naar Marokko, en de restitutie was vooruitbetaald op basis van deze aangiften. Echter, de benodigde documenten werden pas na de wettelijke termijn van twaalf maanden ingediend, wat leidde tot de terugvordering van een bedrag van f. 53.890,39, verhoogd met 15%.
De procedure begon met de indiening van het beroep op 22 mei 2003, en na een zitting op 14 mei 2004, waarin verweerder zijn standpunt toelichtte, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven de zaak beoordeeld. Appellante voerde aan dat zij de documenten tijdig had verzonden, maar kon dit niet onderbouwen met bewijsstukken. Het College oordeelde dat de documenten pas op 29 december 1999 door verweerder waren ontvangen, en dat appellante niet had aangetoond dat zij deze eerder had verzonden. Hierdoor werd het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bewijsdocumenten in het kader van uitvoerrestituties en bevestigt dat de bewijslast bij de appellante ligt. Het College concludeerde dat het Productschap terecht had besloten tot terugvordering van de restitutie, aangezien de benodigde documenten niet binnen de gestelde termijn waren ingediend. De beslissing werd op 25 juni 2004 openbaar uitgesproken door mr. J.A. Hagen, met mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier.