ECLI:NL:CBB:2004:AQ9851
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake slachtpremie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het Productschap Vee en Vlees, dat op 18 februari 2003 is genomen. Dit besluit betreft de afhandeling van een bezwaar van appellant tegen een mededeling over de slachtpremie die aan hem was toegekend op basis van de Regeling dierlijke EG-premies. Appellant had op 25 maart 2003 beroep ingesteld, nadat hij op 18 oktober 2000 een bedrijfscontrole had ondergaan, waarbij was vastgesteld dat er geen bedrijfsregister aanwezig was. Dit leidde tot een korting van 100% op de slachtpremie die aan hem was toegekend voor het jaar 2000.
De procedure begon met de indiening van een verweerschrift door verweerder op 24 juni 2003, en de zitting vond plaats op 14 mei 2004. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellant stelde dat de brief van 12 juli 2001, waarin verweerder de korting aankondigde, als een besluit moest worden beschouwd, terwijl verweerder dit betwistte. Het College oordeelde dat de brief geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze geen rechtsgevolg had en enkel een voornemen tot korting bevatte.
Het College concludeerde dat het bezwaar van appellant prematuur was, aangezien er nog geen definitieve beslissing was genomen. Het College merkte op dat appellant had moeten begrijpen dat de brief van 12 juli 2001 geen definitieve beslissing was en dat hij geen bezwaar had moeten indienen tegen een nog te nemen besluit. De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Hagen, met mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier, en vond plaats op 25 juni 2004.