ECLI:NL:CBB:2004:AQ5801
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen A inzake overtreding van handelsnormen voor eieren
In deze zaak gaat het om een tuchtbeschikking van het Tuchtgerecht van de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten, waarbij aan appellante A een geldboete van € 300,- is opgelegd wegens het overtreden van het verbod om eieren te verhandelen die niet voldoen aan de geldende kwaliteitsnormen. De tuchtbeschikking, gedateerd op 15 oktober 2003, werd aan appellante toegezonden op 6 november 2003. Appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, waarna de zaak op 6 mei 2004 door het College van Beroep voor het bedrijfsleven is behandeld. Tijdens de zitting is appellante vertegenwoordigd door C, terwijl de Stichting werd vertegenwoordigd door de heer J.A.M. Knoben.
De grondslag van het geschil ligt in het Landbouwkwaliteitsbesluit eieren en de bijbehorende Europese verordeningen, die strikte eisen stellen aan de kwaliteit van eieren die verhandeld worden. Appellante heeft erkend dat zij op 6 juni 2003 eieren heeft verhandeld die kwaliteitsgebreken vertoonden, met een uitval van 42,5% van de gecontroleerde eieren. Appellante betoogde dat zij niet op de hoogte was van de gebreken en dat de financiële druk door de vogelpestcrisis haar dreef tot het verhandelen van deze eieren.
Het College heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden die appellante aanvoert niet voldoende zijn om haar handelen te rechtvaardigen. De hoge percentage kwaliteitsgebreken en de keuze om de eieren toch als kwaliteitsklasse A te verhandelen, ondanks de slechte kwaliteit, zijn doorslaggevend geweest voor de beslissing. Het College heeft de opgelegde boete als passend en rechtvaardig beoordeeld en het beroep van appellante verworpen. De uitspraak is gedaan op 13 juli 2004 en steunt op de relevante wet- en regelgeving, waaronder de Landbouwkwaliteitswet en de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie.