ECLI:NL:CBB:2004:AO9952
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit weigering premie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 april 2004 uitspraak gedaan over een beroep van appellant A tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had op 22 mei 2003 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van 14 april 2003, waarin verweerder het bezwaar van appellant tegen een eerdere afwijzing van zijn premieaanvraag voor 18 mannelijke runderen op grond van de Regeling dierlijke EG-premies had afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant de verplaatsingsverklaring niet tijdig had ingediend, namelijk vóór de feitelijke verplaatsing van de dieren op 5 januari 2002.
De procedure begon met de indiening van het beroepschrift door appellant, waarna verweerder op 10 september 2003 een verweerschrift indiende. De zitting vond plaats op 10 maart 2004, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. Het College concludeerde dat appellant niet had voldaan aan de verplichting om LASER voorafgaand aan de verplaatsing schriftelijk op de hoogte te stellen, zoals vereist door artikel 4.4 van de Regeling. Appellant had weliswaar een verplaatsingsverklaring ingediend, maar deze was te laat en bovendien met een verkeerd formulier.
Het College oordeelde dat de verplaatsingsmelding pas correct was als de juiste datum voorafgaand aan de verplaatsing was ingevuld. Appellant had niet aannemelijk gemaakt dat de verplaatsing plotseling en onverwacht was, en had ook geen andere pogingen ondernomen om LASER tijdig te informeren. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan verweerder opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig en correct indienen van verplaatsingsverklaringen in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies.