ECLI:NL:CBB:2004:AO6478
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- J.L.W. Aerts
- B. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Staatssecretaris van Landbouw inzake varkensrechten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 maart 2004 uitspraak gedaan in een beroep van appellant A, te B, tegen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 februari 2003, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 5 november 2002 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit betrof de afwijzing van appellant om in aanmerking te komen voor categorie 11 van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij (Bhv). Appellant had zich op 12 oktober 2001 aangemeld voor deze categorie, maar niet vóór de deadline van 12 augustus 2000, zoals vereist door de regelgeving.
Het College oordeelde dat de regelgeving zeer gedetailleerd is en dat de voorwaarden en beperkingen door de wetgever nauwkeurig zijn omschreven. Er is sprake van een gebonden bevoegdheid, wat betekent dat Bureau Heffingen niet de bevoegdheid heeft om van de regels af te wijken of deze soepel toe te passen. Appellant had niet voldaan aan de in artikel 2 van het Bhv neergelegde voorwaarde dat de melding binnen zes weken na inwerkingtreding van het besluit moest worden gedaan. Het College volgde appellant niet in zijn betoog dat een redelijke en billijke toepassing van het Bhv zou moeten leiden tot toekenning van de gevraagde varkensrechten.
De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond werd verklaard, en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van het College bevestigde de strikte naleving van de termijnen zoals vastgelegd in de wetgeving, en benadrukte de verantwoordelijkheid van professionele varkenshouders om op de hoogte te blijven van relevante regelgeving.