ECLI:NL:CBB:2004:AO6370
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen registratie door het Bedrijfschap Schildersbedrijf
Op 30 december 2002 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van Jachtbouw Tijssen B.V. tegen een besluit van het Bedrijfschap Schildersbedrijf van 22 november 2002, waarin het bezwaarschrift van appellante ongegrond werd verklaard. De zaak betreft de registratie van appellante als onderneming onder het Bedrijfschap, waarbij het College op 13 februari 2004 uitspraak deed. De procedure begon met een verzoek van het Bedrijfschap aan appellante om een vragenlijst in te vullen voor registratie. Appellante gaf aan dat zij onderhoudsschilderwerk aan jachten verricht, maar dat deze werkzaamheden voornamelijk worden uitbesteed. Het Bedrijfschap concludeerde dat de activiteiten van appellante onder de werkingssfeer van het Bedrijfschap vallen, en registreerde haar op basis van artikel 4 van de Registratieverordening.
Tijdens de zitting op 12 december 2003 was appellante niet vertegenwoordigd, maar verweerder lichtte zijn standpunt toe. Appellante voerde aan dat haar grootste bron van inkomsten uit de watersportwinkel komt en dat schilderwerk slechts incidenteel wordt uitgevoerd. Het College oordeelde dat appellante, ondanks het uitbesteden van schilderwerk, feitelijk ook zelf schilderwerk uitvoert en dat registratie op goede gronden heeft plaatsgevonden. Het College verklaarde het beroep ongegrond, zonder termen voor proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt dat de feitelijk uitgevoerde werkzaamheden bepalend zijn voor de registratieplicht, ongeacht de hoofdactiviteit van de onderneming.