ECLI:NL:CBB:2004:AO4583
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag aanvullende ooipremie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 februari 2004 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor aanvullende ooipremie door appellant, een schapenvleesproducent. Appellant had op 30 juli 2001 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat op 14 juni 2001 was genomen. Dit besluit betrof de afwijzing van zijn aanvraag om aanvullende ooipremie op basis van de Regeling dierlijke EG-premies. Appellant had eerder, op 16 februari 2000, een premieaanvraag voor 120 ooien ingediend, waarbij hij aangaf dat zijn bedrijf voor minimaal de helft in een probleemgebied lag. Echter, verweerder had appellant verzocht om aanvullende documenten, waaronder een topografische kaart en een formulier met perceelsgegevens, om de aanvraag compleet te maken. Appellant heeft deze documenten niet aangeleverd, ondanks herhaalde verzoeken van verweerder.
Het College oordeelde dat appellant niet aan de voorwaarden voldeed zoals gesteld in artikel 5.2a van de Regeling, die vereist dat de producent bij zijn aanvraag specifieke gegevens over de ligging van zijn bedrijf in een probleemgebied moet overleggen. Het College stelde vast dat appellant meerdere kansen had gekregen om zijn aanvraag aan te vullen, maar dat hij deze kansen niet had benut. De afwijzing van de aanvraag voor aanvullende premie werd daarom terecht geacht. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.