ECLI:NL:CBB:2003:AO1785
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen heffing op grond van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2000
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2003 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door een ondernemer die runderen houdt. De ondernemer had beroep aangetekend tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, dat op 5 november 2001 was genomen, waarin een heffing was opgelegd op basis van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2000. De ondernemer betwistte de rechtmatigheid van deze heffing en stelde dat er sprake was van rechtsongelijkheid, omdat Staatsbosbeheer niet heffingsplichtig zou zijn, terwijl hij dat wel was.
Het College heeft vastgesteld dat de ondernemer in het jaar 2000 een heffing van f 50,- per UBN verschuldigd was aan het productschap. De ondernemer voerde aan dat de heffing onterecht was opgelegd, omdat de Heffingsverordening niet de mogelijkheid bood om een heffing op te leggen aan Staatsbosbeheer, die volgens hem ook heffingsplichtig zou moeten zijn. Het College oordeelde dat de Heffingsverordening niet in strijd was met hogere regels van recht en dat de beslissing van het productschap om de heffing op te leggen aan de ondernemer op goede gronden was genomen.
Het College concludeerde dat de argumenten van de ondernemer niet opgingen en dat de heffing rechtmatig was. De ondernemer had geen bewijs geleverd dat de heffing onterecht was of dat er sprake was van rechtsongelijkheid. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van solidariteit binnen de sector en de rol van de Heffingsverordening in het financieren van activiteiten ter preventie van runderziekten.