ECLI:NL:CBB:2003:AO1104
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- M.H. Vazquez Muñoz
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning taxivervoer op basis van vakbekwaamheidseisen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 november 2003 uitspraak gedaan over de weigering van een vergunning voor taxivervoer aan appellant, A h.o.d.n. Taxi A, door de Minister van Verkeer en Waterstaat. De aanvraag voor de vergunning was ingediend op 6 november 2001, maar werd op 15 maart 2002 afgewezen omdat niet voldaan zou zijn aan de eis van vakbekwaamheid. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat de vakbekwame persoon, B, niet permanent en daadwerkelijk leiding gaf aan de onderneming. Appellant stelde dat B wel degelijk aan de eisen voldeed en dat de afwijzing in strijd was met eerder beleid van verweerder.
Tijdens de procedure heeft appellant betoogd dat de vakbekwame persoon niet per se permanent leiding hoeft te geven aan de onderneming, maar wel aan de vervoersactiviteiten. Het College heeft echter geoordeeld dat de wetgeving, met name artikel 26 van het Besluit personenvervoer 2000, vereist dat de vakbekwame persoon daadwerkelijk en permanent leiding geeft aan het vervoer. Het College heeft vastgesteld dat B weliswaar betrokken was bij de onderneming, maar dat zijn rol niet voldeed aan de eisen van daadwerkelijke leiding.
Het College concludeerde dat verweerder terecht de vergunning had geweigerd, omdat niet was aangetoond dat B de vereiste leidinggevende rol vervulde. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed. Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan vakbekwaamheid en leidinggeven in de taxivervoersector worden gesteld.