ECLI:NL:CBB:2003:AO1040
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring aanvraag EG-steunverlening akkerbouwgewassen
Op 18 maart 2003 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift ontvangen van appellante tegen een besluit van verweerder van 12 februari 2003. Dit besluit betrof de afwijzing van appellantes aanvraag om steun in het kader van de regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, die op 3 december 2002 niet-ontvankelijk was verklaard. De procedure omvatte een verweerschrift van verweerder op 23 mei 2003 en een zitting op 10 oktober 2003, waar appellante werd bijgestaan door J. Engel.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellante haar aanvraag tijdig heeft ingediend. De regelgeving stelt dat aanvragen die na een bepaalde termijn worden ingediend, kunnen worden afgewezen. Appellante stelde dat zij haar aanvraag op 12 mei 2002 had verzonden, maar verweerder ontkende dit en stelde dat de aanvraag pas op 11 juli 2002 was ontvangen, wat na de uiterste indieningsdatum was. Het College oordeelde dat appellante verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van haar aanvraag en dat zij niet kon bewijzen dat dit was gebeurd.
Het College concludeerde dat er geen sprake was van overmacht of bijzondere omstandigheden die de late indiening zouden rechtvaardigen. De beslissing van verweerder om de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren werd als een technische onvolkomenheid beschouwd, zonder materiële gevolgen voor appellante. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan verweerder opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 21 november 2003.