ECLI:NL:CBB:2003:AN9036
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing vergunning taxivervoer op grond van de Wet personenvervoer 2000
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 oktober 2003 uitspraak gedaan in een beroep van appellant A tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergunning tot het verrichten van taxivervoer. De aanvraag was ingediend op 30 oktober 2001, maar op 27 maart 2002 werd deze afgewezen door de Minister van Verkeer en Waterstaat. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de vakbekwame persoon, B, niet daadwerkelijk en permanent leiding zou geven aan de onderneming van appellant, wat in strijd is met de eisen van de Wet personenvervoer 2000. Appellant heeft zijn beroep nader toegelicht en betoogd dat B wel degelijk continu betrokken is bij de bedrijfsvoering, maar het College oordeelde dat de informatie die door appellant was verstrekt onvoldoende was om aan te tonen dat B aan de eisen voldeed. Het College concludeerde dat de vakbekwaamheid niet op de juiste wijze was ingebracht en dat de afwijzing van de vergunning terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van daadwerkelijke en permanente betrokkenheid van de vakbekwame persoon bij de bedrijfsvoering van een taxionderneming, en dat telefonische bereikbaarheid niet voldoende is om aan deze eis te voldoen. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.