ECLI:NL:CBB:2003:AN8979
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- J.A. Hagen
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen registratie bij het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 oktober 2003 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door appellant, geregistreerd onder de handelsnaam A Gipselementenzetter, tegen een besluit van verweerder, het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een eerdere beslissing van 22 april 2002, waarbij zijn registratie bij het Bedrijfschap ongegrond werd verklaard. De procedure begon op 17 juli 2002 met de indiening van het beroepschrift. Tijdens de zitting op 3 september 2003 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellant werkzaamheden verrichtte die onder de werkingssfeer van het Bedrijfschap vielen. Appellant stelde dat hij als freelancer werkte en niet op basis van aanneming, terwijl verweerder betoogde dat de werkzaamheden van appellant wel degelijk onder de reikwijdte van de registratie vielen. Het College oordeelde dat de registratie van appellants onderneming onterecht was, omdat deze niet viel onder de in het Instellingsbesluit genoemde bedrijven. Het College vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaarschrift van appellant gegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan appellant.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke afbakening van de werkingssfeer van bedrijfslichamen en de voorwaarden waaronder registratie kan plaatsvinden. Het College heeft de beslissing van verweerder als onterecht beoordeeld en de registratie van appellant herroepen, wat een belangrijke precedentwerking kan hebben voor soortgelijke zaken in de toekomst.