ECLI:NL:CBB:2003:AN8034
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake varkensrechten op basis van de Wet herstructurering varkenshouderij
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 oktober 2003 uitspraak gedaan in een beroep van appellant A, die zich richtte tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep was ingesteld tegen een besluit van 26 november 2002, waarin verweerder had beslist op het bezwaar van appellant tegen de mededelingen en beslissingen inzake de varkensrechten van zijn bedrijf, zoals geregeld in de Wet herstructurering varkenshouderij (Whv). Appellant had op 24 december 2002 een beroepschrift ingediend, en de gronden van het beroep waren op 20 januari 2003 ingezonden. Verweerder diende op 6 maart 2003 een verweerschrift in, waarna op 19 augustus 2003 een zitting plaatsvond.
De kern van het geschil betrof de vraag of appellant in aanmerking kwam voor een varkensrecht op basis van de Whv. Het College oordeelde dat de hoogte van het varkensrecht was berekend op basis van artikel 8 van de Whv, omdat voor de jaren 1995 en 1996 geen opgave van het aantal gehouden varkens was ontvangen. Appellant betwistte deze beslissing en voerde aan dat hij wel degelijk de benodigde documenten had ingediend. Het College concludeerde echter dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij de documenten tijdig en volledig had ingediend, en dat verweerder op goede gronden had beslist dat het bedrijf van appellant onder artikel 8, eerste lid, Whv viel.
De uitspraak van het College verklaarde het beroep ongegrond, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 oktober 2003.