ECLI:NL:CBB:2003:AM7957
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen registratie door het Bedrijfschap Schildersbedrijf
Op 21 november 2002 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van appellante tegen een besluit van het Bedrijfschap Schildersbedrijf van 24 oktober 2002. Dit besluit verklaarde het bezwaarschrift van appellante tegen haar registratie ongegrond. De procedure omvatte een zitting op 22 augustus 2003, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. De kern van het geschil betrof de registratieplicht van appellante, die stelde dat haar activiteiten voornamelijk bestonden uit stalling en onderhoud van pleziervaartuigen, en dat schilderwerk slechts een klein percentage van haar omzet uitmaakte.
De Instellingsverordening Bedrijfschap Schilders- en Afwerkingsbedrijf, vastgesteld door de Sociaal Economische Raad, definieert de reikwijdte van de registratieplicht. Het College oordeelde dat appellante, ondanks de geringe omzet uit schilderwerk, onder de werkingssfeer van het Bedrijfschap viel. Het College concludeerde dat het Bedrijfschap terecht had vastgesteld dat appellante geregistreerd diende te worden, aangezien zij feitelijk werkzaamheden verrichtte die onder de omschrijving van de verordening vielen.
Het College verklaarde het beroep ongegrond, waarbij het benadrukte dat de registratieplicht niet beperkt is tot bedrijven die schilderwerk als hoofdactiviteit hebben. De omstandigheid dat appellante haar activiteiten mogelijk had gewijzigd, maakte de eerdere beslissing van het Bedrijfschap niet onterecht. De uitspraak werd gedaan door mr. C.M. Wolters, met mr. R.P.H. Rozenbrand als griffier, en vond plaats op 12 september 2003.