ECLI:NL:CBB:2003:AL8154
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunning taxivervoer en vakbekwaamheidseisen
Op 4 april 2003 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van appellant, A h.o.d.n. Inter Limo Service, tegen een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 maart 2003. Dit besluit betrof de intrekking van de vergunning voor taxivervoer van appellant, die was verleend onder de voorwaarde dat hij uiterlijk op 1 juli 2001 zijn vakbekwaamheid zou aantonen. Appellant had eerder een vergunning aangevraagd, maar voldeed niet aan de gestelde eisen van vakbekwaamheid, zoals vastgelegd in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer. Tijdens de procedure heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij meende recht te hebben op vrijstelling op basis van de Vestigingswet 1954 en dat zijn leeftijd en beperkte vooropleiding het behalen van de vereiste diploma's bemoeilijkten.
Het College heeft vastgesteld dat appellant niet voldeed aan de eisen voor de vergunning en dat de intrekking van de vergunning rechtmatig was. De argumenten van appellant werden niet als voldoende gegrond beschouwd om een uitzondering te maken op de regels. Het College oordeelde dat verweerder de bevoegdheid had om de vergunning in te trekken, aangezien appellant niet aan de vakbekwaamheidseisen voldeed en er geen rechtsregel was die verweerder verplichtte om een uitzondering te maken voor appellant. De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder termen voor proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. D. Roemers, met mr. R. Meijer als griffier, op 20 augustus 2003. De zaak benadrukt de strikte eisen die aan taxivervoerders worden gesteld en de noodzaak om aan de vakbekwaamheidseisen te voldoen om een vergunning te behouden.