ECLI:NL:CBB:2003:AL8120
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van bijdragen voor runderen in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies na aantreffen van verboden stoffen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 augustus 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant, een veehouder, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarbij zijn bezwaren tegen een eerdere beslissing om hem uit te sluiten van bijdragen voor runderen in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies ongegrond waren verklaard. Deze uitsluiting was gebaseerd op het aantreffen van de verboden stof stanozolol in de urine van runderen op het bedrijf van appellant, wat in strijd was met de Verordening (EG) nr. 1254/1999 en Richtlijn 96/22/EG. De procedure begon op 11 oktober 2002, toen appellant zijn beroepschrift indiende tegen het besluit van 30 augustus 2002 van de Minister. Tijdens de zitting op 30 juli 2003 was appellant niet aanwezig, maar de Minister lichtte zijn standpunt toe.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellant verantwoordelijk kon worden gehouden voor de aanwezigheid van de verboden stoffen in zijn runderen. Appellant stelde dat hij geen schuld had aan de situatie, omdat hij niet kon worden verwacht dat hij voor de aankoop van runderen een monsterneming zou uitvoeren. Het College oordeelde echter dat de aanwezigheid van residuen van verboden stoffen op zich al voldoende was voor uitsluiting van de EG-premies, ongeacht de schuld van de producent. Het College concludeerde dat de Minister zorgvuldig had gehandeld en dat er geen sprake was van willekeur. De argumenten van appellant werden verworpen, en het College verklaarde het beroep ongegrond, zonder termen voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de regelgeving ter bescherming van de volksgezondheid en de strikte handhaving van de regels omtrent verboden stoffen in de veehouderij.