ECLI:NL:CBB:2003:AI1349
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag op grond van Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft appellant, H.W.J. Roelofs, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat zijn aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen niet-ontvankelijk heeft verklaard. De aanvraag was ingediend na de uiterste indieningsdatum van 9 juni 2002, wat volgens de regelgeving leidde tot afwijzing. Appellant stelde dat hij op 13 juni 2002 een aanvraag had verzonden, maar verweerder ontkende de ontvangst van deze aanvraag. De procedure begon op 16 december 2002, toen LASER het beroepschrift ontving, en het onderzoek ter zitting vond plaats op 27 juni 2003.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellant tijdig zijn aanvraag heeft ingediend. De Regeling bepaalt dat aanvragen na de sluiting van de indieningsperiode worden afgewezen, tenzij er sprake is van overmacht of buitengewone omstandigheden. Appellant voerde aan dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de indieningseisen en dat vertragingen bij LASER hem hebben belemmerd. Het College oordeelde echter dat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening bij de aanvrager ligt en dat de gevolgen van een te late indiening voor rekening van de aanvrager komen.
Het College concludeerde dat er geen sprake was van overmacht of buitengewone omstandigheden die de te late indiening rechtvaardigden. De argumenten van appellant werden verworpen, en het College verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van de Minister om de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren werd bevestigd, en er werden geen proceskosten aan de zijde van appellant toegewezen.