ECLI:NL:CBB:2003:AH9728
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- M.A. Fierstra
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de erkenning van Meststoffenexporteurs onder de Meststoffenwet
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, is het onderzoek ter zitting op 25 maart 2003 gesloten. Het College heeft besloten het onderzoek te heropenen op basis van artikel 19 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie en artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht. De zaak betreft de erkenning van Mestpro B.V. als exporteur van meststoffen onder de Meststoffenwet (Mw). De appellante, Mestpro B.V., heeft de erkenning aangevraagd om afzetmogelijkheden te creëren voor zowel pluimvee- als nertsenmest buiten Nederland. De verweerder, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, heeft de erkenning van nertsenmest geweigerd, omdat de Mw en het Besluit geen mogelijkheden bieden voor de export van onbewerkte nertsenmest.
De appellante stelt dat deze weigering in strijd is met het gemeenschapsrecht, aangezien de richtlijn 92/118/EEG geen specifieke beperkingen oplegt aan het handelsverkeer van nertsenmest. De verweerder erkent dat de richtlijn niet van toepassing is op nertsenmest, maar stelt dat het nationale stelsel van mestafzetovereenkomsten geen beperkingen aan de uitvoer van nertsenmest verbindt. Het College vraagt zich af hoe de standpunten van beide partijen zich verhouden tot de relevante Europese regelgeving en de gevolgen voor de mestproductie in Nederland.
Het College heeft verweerder verzocht om schriftelijk antwoord te geven op een aantal vragen met betrekking tot de toepassing van de richtlijn en de gevolgen van het nationale stelsel voor de export van nertsenmest. De appellante zal vervolgens de gelegenheid krijgen om te reageren op de antwoorden van verweerder, waarna een beslissing zal worden genomen over het verdere verloop van de zaak.