ECLI:NL:CBB:2003:AG1650
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- J.A. Hagen
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid College van Beroep voor het Bedrijfsleven inzake registratie grondgebruiksverklaring
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 27 mei 2003 uitspraak gedaan over een beroep van appellant A, vertegenwoordigd door J. Braams, tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het beroep was gericht tegen een besluit van 9 april 2002, waarbij de divisiemanager van Bureau Heffingen de bezwaren van appellant tegen het niet registreren van zijn grondgebruiksverklaring niet-ontvankelijk verklaarde. De grond voor deze beslissing was dat de kennisgeving van het niet registreren een feitelijke mededeling was en geen voor bezwaar vatbaar besluit. Appellant had op 17 mei 2002 beroep ingesteld, maar verscheen niet ter zitting op 4 maart 2003, ondanks een behoorlijke oproeping.
Het College heeft vastgesteld dat de bestreden beslissing een smalle basis heeft en volledig op het werkterrein van de inspecteur van verweerder ligt. De weigering tot registratie van de grondgebruiksverklaring kan alleen worden beoordeeld in het kader van een besluit van de inspecteur van verweerder. Het College oordeelt dat het niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat de bevoegdheid tot beoordeling van beroepen tegen heffings- en invorderingsbesluiten niet tot zijn taken behoort. Het College heeft de zaak ter behandeling doorgezonden aan het Gerechtshof te Leeuwarden en bepaald dat het griffierecht van € 109,-- door verweerder aan appellant moet worden terugbetaald.
De uitspraak benadrukt de scheiding van bevoegdheden binnen de bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor appellanten om zich te richten tot de juiste instanties voor hun beroepen. Het College heeft zich in deze zaak niet bevoegd verklaard, maar heeft wel de terugbetaling van het griffierecht aan appellant geregeld.