3. Het berechtingsrapport
Het berechtingsrapport, op 23 oktober 2001 opgemaakt door W.J.J. Peeters en C.A.M. Donkers, controleurs bij de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiprodukten, heeft, voor zover hier van belang de volgende inhoud:
"Op 10 september 2001 omstreeks 13.45 uur bevonden wij, relatanten W.J.J. Peeters en C.A.M. Donkers, ons op een perceel gelegen aan de K te X. Aldaar is het vleeskalkoenbedrijf van A gevestigd, geregistreerd bij het Productschap voor Pluimvee en Eieren onder nummer Z, zijnde een vleeskalkoenbedrijf als bedoeld in artikel 1 aanhef onder 10 van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 1999.
Wij bevonden ons aldaar ter controle op de voorschriften van de "Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 1999"en het "Hygiënebesluit vleeskalkoenbedrijven 1999".
Uit beschikbare informatie is ons, relatanten, bekend dat er op bedoeld vleeskalkoenbedrijf onder meer op 5 juli 2000, 6 november 2000, 13 maart 2001 en 17 juli 2001 respectievelijk 21.300, 22.390, 21.480 en 20.823 vleeskalkoenen zijn opgezet. Tevens zagen wij dat op bedoeld perceel zes pluimveestallen waren gevestigd.
Op tijd en plaats voornoemd spraken wij aldaar met een persoon aan wie wij ons in onze functie bekend maakten en die wij met het doel van onze komst in kennis stelden en die ons verklaarde B te zijn, hierna te noemen betrokkene.
Aan de hand van een door het Productschap voor Pluimvee en Eieren opgestelde checklist controleerden wij voornoemd vleeskalkoenbedrijf, waarbij betrokkene ons vergezelde en welke checklist hij voor gezien heeft getekend. Deze checklist is als bijlage I bij dit berechtingsrapport gevoegd.
Mede aan de hand van de aan ons ter beschikking gestelde administratie zagen wij dat op de navolgende wijze niet aan de verplichtingen was voldaan:
- niet aangetoond kon worden dat na de op 19 november 2000 in hok 1, 2 en 5, op 14 februari 2001 in hok 3 en 6 en op 27 juli 2001 in hok 2 geconstateerde Salmonella-besmettingen van de respectievelijk op 5 juli 2000, op 6 november 2000 en op 13 maart 2001 opgezette vleeskalkoenen, na het reinigen en ontsmetten van de stallen en voor de opzet van nieuwe vleeskalkoenen op respectievelijk 6 november 2000, 13 maart 2001 en 17 juli 2001 een onderzoek op de aanwezigheid van schadelijke micro-organismen in de stallen was uitgevoerd door een erkende instantie;
zijnde verplichtingen zoals voorgeschreven in artikel 6 lid 3 van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 1999 jo. artikel 7 lid 1 van het Hygiënebesluit vleeskalkoenbedrijven 1999.
Als bijlage II is een "uitslagen overzicht van bemonsteringen in kader van "plan van aanpak" vleeskuikenbedrijven" bij dit berechtingsrapport gevoegd.
Naar aanleiding van deze bevindingen spraken wij, relatanten, op plaats en datum voornoemd omstreeks 15.30 uur betrokkene, die ons desgevraagd opgaf te zijn:
Betrokkene:---------------------B-------------------
geboren op D te X, wonende K, X, directeur van A.
Na betrokkene met de bevindingen in kennis gesteld te hebben, verklaarde hij ons op onze vragen het volgende, zakelijk weergegeven:
"Ik ben directeur van dit vleeskalkoenbedrijf en als zodanig verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken binnen dit bedrijf. Het bedrijf staat bij het Productschap voor Pluimvee en Eieren geregistreerd onder nummer Z. Voor wat betreft het niet laten uitvoeren van swabonderzoeken in de stallen na een tweede opeenvolgende Salmonellabesmetting van een koppel vleeskalkoenen, kan ik u het navolgende mededelen;
Na aflevering van het koppel vleeskalkoenen dat op 5 juli 2000 was opgezet heb ik wel een swabonderzoek laten uitvoeren in die stallen waarvan een positieve Salmonella-uitslag aanwezig was. Ik heb in hok 1, 2 en 5 wel een swabonderzoek laten uitvoeren, maar hiervan kan ik u nu geen uitslag laten zien. Ik zal proberen deze uitslagen alsnog in mijn bezit te krijgen en deze aansluitend aan u toe te faxen. Verder heb ik er niet bij stil gestaan dat indien er na een tweede Salmonellabesmetting vervolgens een derde Salmonellabesmetting geconstateerd wordt in dezelfde stal er dan ook een swabonderzoek uitgevoerd moet worden. Ik hoor nu van u dat deze reeks pas doorbroken wordt indien de stal weer vrij is van Salmonella. Ik heb in enkele gevallen bij een derde Salmonellabesmetting dan ook geen swabonderzoek laten uitvoeren. Dit is geen onwil maar onwetendheid. Ik zal er in de toekomst voor zorgdragen dat een en ander wel goed wordt uitgevoerd. Verder heb ik momenteel niets te verklaren.
(…)
Als bijlage III is bij dit berechtingsrapport gevoegd een nagezonden laboratoriumrapport van C.C.L. te Veghel (kenmerk CCL-NC.VR.01.002221), gedateerd 12 september 2001 met betrekking tot een swabonderzoek gedateerd
6 december 2000. (…)"