ECLI:NL:CBB:2003:AF7776
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten inzake ontheffingen uitbreidingsverbod Meststoffenwet
In deze zaak hebben appellanten, A en B, beroep ingesteld tegen besluiten van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, die de ingangsdatum van ontheffingen van het uitbreidingsverbod op basis van de Meststoffenwet (Mw) hebben vastgesteld. De ontheffingen zijn verleend in het kader van het beleidsexperiment 'het Zuivere Ei'. De appellanten stelden dat de ingangsdatum van de ontheffingen eerder had moeten zijn, namelijk op respectievelijk 8 februari 1999 en 1 december 1998, omdat zij al eerder aan de voorwaarden van de Kaderregeling voldeden. De Minister had echter de ingangsdatum vastgesteld op 15 april 1999 voor appellant sub 1 en 14 april 1999 voor appellant sub 2, gebaseerd op de ondertekening van de mestafzetovereenkomsten die op die data plaatsvond.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de appellanten de ontheffingen pas konden verkrijgen nadat aan alle voorwaarden van de Kaderregeling was voldaan, waaronder de ondertekening van de mestafzetovereenkomsten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister terecht de ingangsdata had vastgesteld op de data van ondertekening van de overeenkomsten, omdat deze bepalend zijn voor de rechtsgeldigheid van de ontheffingen. De appellanten konden niet aantonen dat de operationele status van hun biothermische droogunits eerder leidde tot een recht op ontheffing. Het College verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen proceskostenveroordeling nodig was.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de formele voorwaarden van de Kaderregeling voor het verkrijgen van ontheffingen onder de Meststoffenwet. De uitspraak is gedaan op 20 maart 2003.