ECLI:NL:CBB:2003:AF7154
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 maart 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen A, h.o.d.n. B, en de burgemeester van Arnhem. A had een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de burgemeester, dat op 20 december 2001 was genomen, waarin de aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten werd geweigerd. De aanvraag was gedateerd op 16 november 2000 en was bedoeld voor het kalenderjaar 2001. Na een bezwaarschrift van A op 9 februari 2001, werd het bezwaar ongegrond verklaard in het bestreden besluit.
Tijdens de zitting op 14 februari 2003 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft vastgesteld dat A gedurende het kalenderjaar 2001 in zijn horecagelegenheid steeds twee kansspelautomaten had staan en dat deze in bedrijf waren. Hierdoor heeft het College geconcludeerd dat A geen belang had bij een beoordeling van zijn beroep, aangezien er geen schade was aangetoond die voortvloeide uit de weigering van de vergunning.
Het College heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder termen aanwezig te achten voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.