ECLI:NL:CBB:2003:AF6057
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- C.J. Borman
- M.H. Vazquez Muñoz
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar inzake vergunning voor speelautomatenhal
In deze zaak heeft appellante, A B.V., beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de weigering van de burgemeester van Spijkenisse om een vergunning voor een speelautomatenhal te verlenen. De procedure begon met een brief van appellante op 22 januari 2002, waarin zij beroep aantekende tegen het uitblijven van een besluit op haar bezwaarschrift van 23 april 2001. De rechtbank Rotterdam heeft het beroepschrift doorgezonden naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waar het op 6 februari 2002 is ontvangen. Op 21 februari 2002 heeft de burgemeester alsnog op het bezwaar beslist, maar appellante heeft haar gronden van beroep op 9 april 2002 aangevuld. De zitting vond plaats op 14 februari 2003, waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil betreft de Wet op de kansspelen, die bepaalt dat het verboden is om zonder vergunning speelautomaten aanwezig te hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Appellante stelde dat zij enkel behendigheidsautomaten wilde plaatsen en dat de burgemeester ten onrechte de vergunning had geweigerd. Het College oordeelde dat de burgemeester niet de bevoegdheid had om een vergunning voor een hal met behendigheidsautomaten te verlenen, omdat er geen gemeentelijke verordening was vastgesteld die dit toestond. Het College vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het beroep gegrond, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van EUR 322,-- en diende de gemeente Spijkenisse het griffierecht van EUR 218,-- te vergoeden.