ECLI:NL:CBB:2003:AF4791
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- J.H. van Kreveld
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de generieke volumekorting in de gezondheidszorg en de rechtmatigheid van beleidsregels
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 30 januari 2003, wordt de rechtmatigheid van een generieke volumekorting van 46,7 miljoen euro in de gezondheidszorg beoordeeld. De appellanten, een groep van 24 kleine algemene ziekenhuizen, hebben beroep ingesteld tegen een besluit van het College tarieven gezondheidszorg, dat hun bezwaren tegen tariefbeschikkingen ongegrond verklaarde. De bezwaren waren gericht tegen de generieke volumekorting die was opgelegd op basis van beleidsregel I-417, goedgekeurd door de Minister van VWS. De appellanten stelden dat de korting onredelijk was, omdat deze niet gedifferentieerd was toegepast en hen onevenredig benadeelde in vergelijking met grotere ziekenhuizen.
De procedure begon op 23 juli 2001, toen de appellanten hun beroepschrift indienden. De bezwaren waren gericht tegen 24 tariefbeschikkingen die tussen april en mei 2000 waren genomen. Tijdens de zitting op 14 november 2002 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De appellanten voerden aan dat de generieke korting niet in overeenstemming was met de Wet tarieven gezondheidszorg (Wtg) en dat deze niet voldoende rekening hield met de specifieke omstandigheden van de kleinere ziekenhuizen.
Het College oordeelde dat de generieke korting niet onrechtmatig was. Het verwees naar de mogelijkheid die de Wtg biedt om beleidsregels vast te stellen die gericht zijn op het tot stand brengen van een afhankelijkheid tussen de hoogte van tarieven en het totaal van in rekening gebrachte tarieven. Het College concludeerde dat de appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat de korting hun mogelijkheden om adequate zorg te verlenen onaanvaardbaar zou beperken. De beslissing van het College om de bezwaren ongegrond te verklaren werd bevestigd, en het beroep werd afgewezen.