ECLI:NL:CBB:2003:AF4096
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor kansspelautomaten in laagdrempelige horeca-inrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 januari 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant, A, en de burgemeester van Amsterdam. Appellant had een vergunning aangevraagd voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten in zijn horeca-inrichting, een eetcafé genaamd 'B', gelegen aan de D-straat in gemeente C. De burgemeester had deze vergunning geweigerd op basis van de Wet op de kansspelen, met de stelling dat 'B' als een laagdrempelige inrichting moest worden aangemerkt. Appellant was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester.
De procedure begon op 24 juni 2002 met de indiening van het beroepschrift. De burgemeester had op 7 mei 2002 besloten om het bezwaar van appellant tegen de weigering van de vergunning ongegrond te verklaren. Tijdens de zitting op 11 december 2002 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft vastgesteld dat de inrichting van appellant voornamelijk kleine eetwaren aanbiedt en dat de omzet van deze eetwaren slechts een klein percentage van de totale omzet uitmaakt. Dit leidde tot de conclusie dat de inrichting niet voldeed aan de criteria voor een hoogdrempelige inrichting.
Het College heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de feitelijke situatie van de inrichting bepalend is voor de classificatie als hoog- of laagdrempelig. De omzetgegevens en de aard van de aangeboden producten wezen erop dat de inrichting als laagdrempelig moest worden gekwalificeerd, waardoor de burgemeester wettelijk verplicht was de vergunning te weigeren. Appellant heeft ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, maar het College oordeelde dat er geen bewijs was van ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.