ECLI:NL:CBB:2003:AF2742
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot doding van dieren in verband met mond- en klauwzeer
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 januari 2003 uitspraak gedaan in een beroep van appellant A, die geiten en lammeren hield in een gebied waar een mkz-epidemie heerste. Appellant was in beroep gegaan tegen een besluit van de Directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, dat zijn dieren als verdacht van mond- en klauwzeer (mkz) had aangemerkt en maatregelen had opgelegd, waaronder vaccinatie en doding van de dieren. De zaak werd behandeld op de zitting van 11 juni 2002, waar partijen hun standpunten toelichtten. De betrokken regelgeving, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Europese richtlijnen, werd uitvoerig besproken. Het College oordeelde dat de maatregelen van verweerder gerechtvaardigd waren, gezien de veterinaire noodzaak om het mkz-virus te bestrijden. Appellant voerde aan dat carrierdieren slechts een theoretisch risico vormden en dat verweerder niet had aangetoond dat doding noodzakelijk was. Het College oordeelde echter dat de doding van de dieren van appellant terecht was, omdat de aanwezigheid van carrierdieren een reëel risico vormde voor de verspreiding van mkz. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.