ECLI:NL:CBB:2002:AF2178
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. van der Ham
- M.A. Fierstra
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen pluimveehouder wegens overtreding hygiënevoorschriften
In deze tuchtzaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 december 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen A, een pluimveehouder, en het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren. Appellant had beroep ingesteld tegen een tuchtbeschikking die hem was opgelegd wegens het niet naleven van de hygiënevoorschriften zoals vastgelegd in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 en het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven 1999. De procedure begon met een beroepschrift van 22 mei 2002, ingediend na een tuchtbeschikking die op 13 mei 2002 aan appellant was bekendgemaakt. De zaak werd behandeld op een zitting op 29 oktober 2002, waar appellant in persoon verscheen en waar mr. R.B.R. Henke als getuige optrad.
De grondslag van het geschil was de vaststelling dat op het bedrijf van appellant herhaaldelijk Salmonellabesmettingen waren geconstateerd, zonder dat de vereiste onderzoeken naar de aanwezigheid van schadelijke micro-organismen waren uitgevoerd. Het Tuchtgerecht oordeelde dat appellant, ondanks eerdere waarschuwingen, niet had voldaan aan zijn verplichtingen en dat zijn handelen een potentieel gevaar voor de volksgezondheid vormde. De opgelegde tuchtrechtelijke maatregel bestond uit een geldboete van € 2.500, waarvan € 500 voorwaardelijk was met een proeftijd van twee jaar.
Appellant voerde aan dat de boete onterecht was opgelegd, omdat hij slechts een administratieve fout had gemaakt door een formulier niet op tijd in te dienen. Het College oordeelde echter dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan en dat de opgelegde maatregel passend was gezien de ernst van de overtredingen. Het beroep van appellant werd dan ook verworpen, en de uitspraak van het Tuchtgerecht werd bevestigd.