ECLI:NL:CBB:2002:AF0500
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- C.J. Borman
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering tot vrijgave van zekerheid door het Productschap Vee en Vlees
In deze zaak heeft Jongviand Export B.V. in juni 1997 een bedrag van fl. 49.474,26 aan het Productschap Vee en Vlees overgemaakt, met het verzoek om de zekerheid voor dat bedrag vrij te geven. Echter, op het moment van het verzoek was er onvoldoende ruimte in de gestelde zekerheid om décharge aan de bank te verlenen. Op dat moment was Jongviand Export B.V. een aanzienlijk bedrag van € 1.307.538,95 aan het Productschap verschuldigd, terwijl de hoogte van de gestelde zekerheid slechts € 268.305,75 bedroeg. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak behandeld na een beroepschrift van appellante tegen een besluit van verweerder van 3 juli 2001, waarin het bezwaar tegen de weigering om de zekerheid vrij te geven ongegrond werd verklaard.
De procedure begon op 14 augustus 2001 met de indiening van het beroepschrift. De gronden van het beroep werden op 6 september 2001 ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 6 februari 2002. Tijdens de zitting op 27 september 2002 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft vastgesteld dat appellante in 1999 meerdere verzoeken heeft ingediend om het bedrag van fl. 49.474,26 terug te ontvangen, maar dat verweerder dit heeft afgewezen op basis van een vermeende dubbele blokkering van de bankgaranties.
Het College heeft geconcludeerd dat verweerder onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de weigering om de zekerheid vrij te geven. De stelling dat andere aan appellante gelieerde rechtspersonen een tekort aan zekerheid hebben gesteld, werd niet voldoende onderbouwd. Het College heeft daarom het bestreden besluit vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht en verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht. De beslissing van het College houdt in dat verweerder opnieuw moet beslissen op het bezwaarschrift van appellante.