ECLI:NL:CBB:2002:AF0466
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake EG-erkenning visverwerkend bedrijf
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 oktober 2002 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellante, een visverwerkend bedrijf gevestigd te IJmuiden. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de Directeur van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees, waarin het bezwaar van appellante tegen een eerdere brief van 12 april 1999 niet-ontvankelijk was verklaard. Deze brief meldde dat het bedrijf niet voldeed aan de gestelde eisen met betrekking tot de EG-erkenning van haar inrichting.
De procedure begon op 8 februari 2001 met de indiening van het beroepschrift. De verweerder had in een eerdere brief van 10 juni 1999 het bezwaar van appellante tegen de brief van 12 april 1999 afgewezen. Tijdens de zitting op 25 september 2002 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De regelgeving die aan de zaak ten grondslag ligt, betreft de Warenwetregeling visserijproducten, die eisen stelt aan de erkenning van inrichtingen.
Het College oordeelde dat de brief van 12 april 1999 slechts een voornemen was en geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Aangezien appellante na de brief van 12 april 1999 een nieuwe audit had ondergaan en was meegedeeld dat haar bedrijven inmiddels wel voldeden aan de eisen, was er geen belang meer bij een beoordeling van het beroep. Het College verklaarde het beroep derhalve niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.