ECLI:NL:CBB:2002:AF0409
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Weigering wijziging tenaamstelling S&O-verklaring na bedrijfsovername
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 oktober 2002 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellante A en de Minister van Economische Zaken. Appellante had verzocht om de tenaamstelling van een S&O-verklaring te wijzigen naar aanleiding van een bedrijfsovername. De zaak draait om de vraag of de wijziging van de tenaamstelling van de S&O-verklaring mogelijk is na de wettelijke indieningstermijn, en of de activiteiten van de nieuwe vennootschap als speur- en ontwikkelingswerk (S&O-werk) kunnen worden aangemerkt.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante A had op 9 september 1999 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, waarin het verzoek om wijziging van de S&O-verklaring was afgewezen. De Minister stelde dat de aanvraag voor de S&O-verklaring uiterlijk op 10 december 1997 en voor de tweede helft van 1998 uiterlijk op 9 juni 1998 moest zijn ingediend. A had de S&O-werkzaamheden overgenomen van een andere vennootschap, maar de aanvraag was pas na de wettelijke termijn ingediend. Het College oordeelde dat de wijziging van de tenaamstelling niet mogelijk was, omdat er geen sprake was van een fusie in de zin van de wet en dat de nieuwe inhoudingsplichtige niet kon worden aangemerkt als S&O-inhoudingsplichtige.
Het College concludeerde dat de activiteiten van de nieuwe vennootschap niet als voorgenomen S&O-werkzaamheden konden worden beschouwd, omdat deze niet technisch nieuw waren voor de nieuwe inhoudingsplichtige. De weigering van de Minister om de tenaamstelling van de S&O-verklaring te wijzigen werd als rechtmatig beoordeeld. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.