ECLI:NL:CBB:2002:AF0361
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.J. Kuiper
- M.A. van der Ham
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Staatssecretaris inzake herplantplicht Boswet
In deze zaak hebben appellanten A en B beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarin hun verzoek om ontheffing van de herplantplicht op grond van de Boswet werd afgewezen. De procedure begon op 11 juli 2001, na een besluit van de Staatssecretaris op 30 mei 2001, waarin het bezwaar van appellanten tegen de weigering van ontheffing ongegrond werd verklaard. De appellanten stelden dat de Boswet niet van toepassing was, omdat de bomen op hun perceel als erf konden worden aangemerkt en dat de gekapte bomen een zelfstandige eenheid vormden die niet groter was dan 10 are.
Tijdens de zitting op 17 juli 2002 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De Staatssecretaris stelde dat de Boswet van toepassing was, omdat de fijnsparren op het perceel aaneengeschakeld waren met andere beplanting, en dat de uitzondering voor kweekgoed niet van toepassing was. Appellanten betwistten dit en voerden aan dat de gemeente hen niet had geïnformeerd over de mogelijke toepassing van de Boswet bij het verlenen van de kapvergunning.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Staatssecretaris onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een visuele eenheid tussen de fijnsparren en de omliggende beplanting. Het College vernietigde het bestreden besluit wegens een gebrek aan deugdelijke motivering en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan de appellanten.