ECLI:NL:CBB:2002:AF0357
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de dienstregeling interlokaal vervoer OAD voor Overijssel 2001/2002
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep dat is ingesteld door A, B en 43 andere bewoners van de 'C', de Bewoners Vereniging D, en het Samenwerkingsverbond Bonden voor Ouderen tegen Gedeputeerde Staten van Overijssel. Het beroep is ingesteld tegen een besluit van 30 oktober 2001, waarbij de bezwaren tegen de vaststelling van de dienstregeling interlokaal vervoer OAD voor Overijssel 2001/2002 ongegrond zijn verklaard. Het beroepschrift is gedateerd op 13 december 2001 en is op 18 december 2001 door het College ontvangen.
De procedure begon met de indiening van het beroepschrift, dat beweerdelijk mede namens andere appellanten was ingediend. De zitting vond plaats op 14 augustus 2001, waar partijen hun standpunten toelichtten. De kern van het geschil betreft de vraag of het beroepschrift tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht eindigde de termijn voor het indienen van het beroep op 17 december 2001. Het beroepschrift werd echter pas op 18 december 2001 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend.
Het College overwoog dat, hoewel het beroepschrift per post was verzonden, het poststempel niet aantoont dat het voor het einde van de termijn ter post was bezorgd. De verklaring van appellant dat hij het beroepschrift op 13 december 2001 in de postbus heeft gedeponeerd, werd niet als voldoende bewijs beschouwd. Het risico van een onjuiste afstempeling kwam voor rekening van de appellanten, aangezien zij ervoor hadden gekozen om het beroepschrift per gewone post te verzenden.
Uiteindelijk concludeerde het College dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege termijnoverschrijding. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 9 oktober 2002, waarbij de griffier niet in staat was om te tekenen.