ECLI:NL:CBB:2002:AE9983
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag aanwijzing varkenshouderijbedrijf als B-bedrijf en niet-ontvankelijkheid bezwaar
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 24 september 2002, werd de zaak behandeld van Maatschap A, gevestigd te B, tegen de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De appellante had een aanvraag ingediend voor de aanwijzing van haar varkenshouderijbedrijf als B-bedrijf, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat er geen vrouwelijke varkens werden gehouden voor het produceren van biggen, zoals vereist door de Regeling varkensleveringen. De minister had eerder op 27 maart 2000 al aangegeven dat het bedrijf niet voldeed aan de voorwaarden en dat het bedrijf van rechtswege als D-bedrijf was aangemerkt.
Appellante maakte bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag en tegen een besluit van 1 november 2000, waarin zij niet-ontvankelijk werd verklaard in haar bezwaar. Het College oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was, omdat er geen aanvraag was gedaan voor de aanwijzing als A-, B- of C-bedrijf. De minister had de afwijzing van de aanvraag op juiste gronden gedaan, en het College concludeerde dat de appellante niet kon worden ontvangen in haar bezwaar tegen de einddatum van bijzonder vervoer, aangezien zij geen ontheffing had aangevraagd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor varkenshouders om te voldoen aan de specifieke voorwaarden van de Regeling varkensleveringen om in aanmerking te komen voor de B-status. Het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond, en er werden geen proceskosten vergoed. De uitspraak bevestigt de strikte naleving van de regelgeving omtrent varkenshouderij en de voorwaarden voor het verkrijgen van een B-status.