ECLI:NL:CBB:2002:AE8709
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- D. Roemers
- B. van Velzen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking taxivergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 oktober 2002 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, A, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar taxivergunning door de Minister van Verkeer en Waterstaat, welke intrekking per 14 oktober 2002 zou ingaan. Verzoekster had op 29 augustus 2002 bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de intrekking van de vergunning. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld, op basis van de ingediende stukken.
De voorzieningenrechter overwoog dat verzoekster, volgens de brief van de verweerder van 4 september 2002, tot zeven weken na de beslissing op het bezwaar haar taxivervoer mocht blijven uitoefenen. Dit betekende dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening, aangezien verzoekster al in staat was haar werkzaamheden voort te zetten. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was.
De voorzieningenrechter heeft geen termen aanwezig geacht om een van de partijen te veroordelen in de kosten van de procedure. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, B. van Velzen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.