ECLI:NL:CBB:2002:AE8292
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Productschap Zuivel inzake vervallen fabrieksquotum
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 september 2002 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A, die zich richtte tegen een besluit van het Productschap Zuivel. Dit besluit, genomen op 25 september 2001, verklaarde het aan appellant toegekende fabrieksquotum vervallen. Appellant had op 4 oktober 2001 een beroepschrift ingediend, waarin hij bezwaar maakte tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 24 juli 2002 werden de standpunten van beide partijen toegelicht. De gemachtigde van verweerder, mr. F.G.P. Diermanse, was ook aanwezig.
De kern van het geschil draaide om de toepassing van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3950/92 en artikel 7 van de Regeling superheffing 1993. Appellant stelde dat hij in het melkjaar 2000/2001 melk had geleverd, terwijl verweerder stelde dat er geen leveringen hadden plaatsgevonden. Appellant had een fabrieksquotum van 13.253 kg melk, maar verweerder concludeerde dat dit quotum verviel omdat appellant gedurende twaalf maanden geen melk had geleverd. Appellant voerde aan dat er een koopovereenkomst was met de zuivelcoöperatie Campina Melkunie, maar het College oordeelde dat deze stelling niet voldoende was om aan te tonen dat appellant zelf melk had geleverd.
Het College oordeelde dat verweerder terecht het fabrieksquotum vervallen had verklaard, omdat appellant niet had aangetoond dat hij in de relevante periode melk had geleverd. De grief van appellant dat verweerder niet inging op zijn brief van 30 juli 2001 werd als niet relevant beschouwd. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er werden geen proceskosten aan verweerder opgelegd.