ECLI:NL:CBB:2002:AE6503
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- H.C. Cusell
- M.J. van den Broek-Prins
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor in- en uitvoer van paarden
In deze zaak heeft verzoeker, A, een aanvraag ingediend voor een vergunning tot de in- en uitvoer van paarden naar de EU en derde landen. De Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) heeft deze aanvraag afgewezen, met de mededeling dat de huidige wetgeving, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) en de Regeling handel levende dieren en levende producten, geen algemene vergunningen voorziet. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de brief van de RVV van 13 maart 2002 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze geen rechtsgevolg heeft en enkel informatief van aard is. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn beroep, omdat de gevraagde vergunning niet kan worden verleend onder de huidige wetgeving. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, omdat het niet waarschijnlijk is dat verzoeker in de bodemprocedure ontvankelijk zal worden verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. H.C. Cusell, met mr. M.J. van den Broek-Prins als griffier, op 13 juli 2002.