ECLI:NL:CBB:2002:AE6041
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.A. van der Ham
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaat in horecagelegenheid met seksinrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 juni 2002 uitspraak gedaan in het beroep van appellant, A, h.o.d.n. B, tegen de burgemeester van Apeldoorn. Appellant had een aanwezigheidsvergunning aangevraagd voor een kansspelautomaat in zijn horecagelegenheid, die tevens een sauna, erotheek en seksbioscoop omvatte. De burgemeester had deze aanvraag op 26 november 2001 afgewezen, omdat de inrichting niet voldeed aan de voorwaarden voor een laagdrempelige inrichting zoals gesteld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
De procedure begon op 31 december 2001 met de indiening van het beroepschrift door appellant. Na een hoorzitting op 15 oktober 2001 en een advies van de bezwarencommissie, dat de afwijzing van de vergunning ondersteunde, heeft het College de zaak beoordeeld. Het College concludeerde dat de inrichting van appellant niet als hoogdrempelig kon worden aangemerkt, omdat de activiteiten in de inrichting niet op zichzelf stonden en de exploitatie van de seksinrichting een zelfstandige betekenis had.
Het College oordeelde dat de burgemeester terecht de vergunning had geweigerd, omdat de inrichting niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De eerdere vergunningverlening aan appellant werd niet als relevant beschouwd, aangezien deze was gebaseerd op het beleid dat destijds gold en niet op de huidige wetgeving. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.