ECLI:NL:CBB:2002:AE6038
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vergunning voor het aanwezig hebben van een kansspelautomaat in een horecagelegenheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 juli 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. A.J. Spoelstra, en de burgemeester van Dongeradeel. Het geschil betreft de afwijzing van een vergunning voor het aanwezig hebben van een kansspelautomaat in de horecagelegenheid van appellant, gelegen in de gemeente Dongeradeel. Appellant exploiteert een onderneming genaamd 'Bowling- en Zalencentrum C', waar hij een danszaal, een entreehal, een bargedeelte en bowlingbanen heeft. De burgemeester had op 19 december 2001 het bezwaar van appellant tegen de afwijzing van zijn vergunningaanvraag ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van een beroepschrift door appellant op 4 februari 2002.
De kern van het geschil draait om de vraag of de inrichting van appellant als laagdrempelig of hoogdrempelig moet worden aangemerkt volgens de Wet op de kansspelen. Appellant stelt dat de ruimte waarin de kansspelautomaat is opgesteld, is ingericht als restaurant en dat het bowlen slechts een ondersteunende activiteit is voor de horeca. De burgemeester en de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften zijn van mening dat de bowlingbanen een zelfstandige stroom van bezoekers aantrekken, wat de inrichting als geheel als laagdrempelig kwalificeert.
Het College heeft vastgesteld dat de bowlingbanen niet gescheiden zijn van het bargedeelte, en dat bezoekers via het bargedeelte toegang hebben tot de bowlingbanen. Dit betekent dat de inrichting als laagdrempelig moet worden aangemerkt, omdat er zowel laagdrempelige (bowlen) als hoogdrempelige (horeca) activiteiten plaatsvinden. Het College heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de inrichting als geheel te beschouwen in plaats van afzonderlijke onderdelen, en bevestigt de afwijzing van de vergunning voor de kansspelautomaat.